Financiële opbrengsten en hoe aan te geven?
In 2012 heeft de regering een ver doorgedreven verplichting ingevoerd om opbrengsten uit geldbeleggingen te melden in de belastingaangifte, voor de eerste keer in 2013, over de inkomsten van 2012. De roerende voorheffing werd tegelijk verhoogd tot 21% en dit voor de inkomsten uit kasbons, termijnrekeningen, tak 21 ingeval van opname binnen 8 jaar, tak 23 indien belast, bedrijfsobligaties, overheidsobligaties, en meerwaarden bij de inkoop van eigen aandelen, de zogenaamde inkoopboni. Indien men meer dan 20.020 € opbrengsten uit geldbeleggingen per jaar en per persoon ontvangt, dan wordt er bijkomend nog eens 4% extra roerende voorheffing geheven op het gedeelte boven € 20.020.
Roerende voorheffing en de aangifteplicht ervan
In 2012 heeft de regering een ver doorgedreven verplichting ingevoerd om opbrengsten uit geldbeleggingen te melden. Hieraan kan in sommige gevallen worden ontsnapt door 4% extra roerende voorheffing te betalen, namelijk 25% in plaats van 21% . Ook kan eraan worden ontsnapt door te investeren in financiële producten waarvoor de aangifteverplichting niet geldt.